‘Het vrije woord’ – Cleveringa’s protestrede en de Nederlandse identiteit

Cleveringa-lezing voor SSR [01-12-2005]

Het begin van de filosofie, bij Plato en Aristoteles, was dat je iets overkwam, een verplaatsing ten opzichte van je normale omgang met de dingen. Deze ervaring, dit pathos, was een verbijstering over je verhouding tot de dingen. Hoe lukt het mij om verschillende dingen te zien als dezelfde? Wat verbindt mij met ze? Wat is hun aard of natuur? En wat is mijn eigen aard, mijn menselijke natuur, dat er doorgankelijkheid is tussen de dingen en mijzelf?

Dit filosofisch pathos is weggevallen. Het lukt mij niet om een kloof te ervaren tussen mijn dagelijks bestaan en mijn menselijke natuur of menselijkheid.

Dat kan te denken geven.

In het najaar van 1940 ontvangt de Leidse hoogleraar Meijers zijn ontslagbrief, in opdracht van de Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandse gebied terzake van niet-Arisch overheidspersoneel. In reactie op dit bericht houdt Cleveringa zijn protestcollege.

‘Het vrije woord’ – Cleveringa’s protestrede en de Nederlandse identiteit (pdf)