Een interviewer heeft Oudemans (1951) een enigmatisch filosoof genoemd, die niet te vinden is binnen de muren van de universiteit maar in de natuur zelf. Nu heeft Oudemans de universiteit wel decennia van binnen leren kennen, zowel in Amsterdam als in Leiden, waar hij buitengewoon hoogleraar was.


Oudemans’ filosofie is getekend door de plaats van de mens in de natuur, waarbij de eigen aard van de filosofie, tegenover de wetenschappen, centraal staat. In dit kader heeft hij, naast het publiceren van boeken als Echte Filosofie (methodisch), In Natura (verhouding tot het darwinisme) en Moeder Natuur (verhouding tot thermodynamica) een filosofisch arboretum gesticht, waarin de macht van de natuurlijke variatie en selectie aanschouwelijk wordt, tegelijkertijd met het natuurlijk proces van leven en sterven – wat soms in schoonheid plaatsvindt.